Akram (18) en Ismael (13) Saibari zijn een apart verhaal. De twee talenten imigreerden zes jaar geleden uit Spanje en vonden er onderdak bij Beerschot. Akram speelt volgend seizoen voor Woluwe-Zaventem, Ismael trekt naar Anderlecht: "Een profcarrière is het enige wat we willen."
De familie Saibari woont in Willebroek en we werden er uitgenodigd om een gesprek te hebben met de twee intelligente jongelingen. "Ik spreek zeven talen, maar Nederlands was toch heel moeilijk om te leren", vertelt Akram in vlekkeloos Nederlands. "We spraken Spaans en Marokkaans, maar we pikten het toch vrij snel op."
Academie van Barcelona
Akram was 12 toen zijn familie besliste om naar België te komen, maar was allesbehalve gewonnen voor het idee. "Weet je, ik zat op de academie van Barcelona, CF Damm. Dat is een ploeg die toen nog geen A-team had, maar waar talenten opgeleid worden om later door te stromen. Ik had alles: een chauffeur kwam me van school halen om naar de trainingen te brengen en daarna bracht hij me ook naar huis. Stel je voor, tien jaar oud en wij kregen volledige medische testen, zo professioneel was het. Alles werd er voor mij geregeld. Ismael was toen nog te jong, maar toen we verhuisden mocht hij ook naar de academie. Vader zag de crisis in Spanje aankomen en via een vriendin van mijn moeder kwamen we in België terecht. Een land waar ik niemand kende, de taal niet sprak en weer van nul moest herbeginnen."
Akram en Ismael sloten zich bij het lokale Willebroek aan, maar werden al snel opgepikt door Beerschot. "Ik mocht er in een hogere leeftijdscategorie gaan spelen", knikte Ismael, die de ploegen voor het uitkiezen had. "Ik had een aanbieding om bij Sevilla te gaan spelen. PSV was ook geïnteresseerd en met Genk had ik al een voorakkoord getekend. Maar toen kwam Anderlecht. In Genk zou ik moeten blijven slapen terwijl ik bij Anderlecht elke dag naar huis kon. Dat heeft me over de streep getrokken. En ook natuurlijk dat de jeugdwerking van Anderlecht een heel goede naam heeft."
"Trainer van Beerschot sloot veel deuren voor me"
Ook Akram is een groot talent. De snelle spits scoort makkelijk, maar sukkelde het voorbije seizoen met blessures en een trainer waar hij last mee kreeg. "Mijn trainer bij Beerschot heeft me zaken verweten die helemaal niet waar zijn. Ik trainde mee met de beloften van Waasland-Beveren en daarna bij OH Leuven, maar daar is hij gaan vertellen dat ik een probleem zou vormen. Er was interesse van QPR uit Engeland, maar ook die heeft hij leugens verteld toen ze hem polsten. Hij heeft veel deuren voor me gesloten", zucht Akram.
"Bij Woluwe-Zaventem hoop ik me nu te bewijzen en weer in de kijker te spelen. De trainer van de reserven heeft me goede hoop gegeven en vorig seizoen hebben ook enkele jongeren hun kans gekregen bij de eerste ploeg. Ik hoop een gelijkaardig traject af te leggen."
Snelheid en techniek
Waar beiden ook zitten, ze hebben één plan gemeenschappelijk: "We willen profspeler worden", verkondigen ze in koor. "Onze ouders vinden onze studies heel belangrijk, maar ik kan het niet om voetbal op de tweede plaats te zetten", verduidelijk Akram, die Toerisme studeert. Ismael, die straks aan zijn eerste jaar Moderne Talen-Wetenschappen begint, steunt zijn broer daarin. "Waar we ook gaan, altijd hebben we een bal mee. We gaan zelfs naar de wc met de bal aan de voet. Elk vrij moment zijn we aan het voetballen."
Qua voetbal verschillen de twee dan weer wel. "Ik heb het altijd van mijn snelheid moeten hebben", verklaart Akram. "Ik heb hard aan mijn techniek moeten werken, maar die heb ik nu wel. Toen ik in België aankwam werd het verschil met Spanje ook meteen duidelijk: zoveel fysieker. De beleving was ook heel anders. In Spanje staan er mensen met toeters en bellen rond het veld, hier applaudiseren ze eens kort. En ik was ook gewoon van op zandvelden te spelen. De aanpassing naar gras was toch ook even wennen."
"Mijn techniek was altijd mijn sterkste punt", aldus de jongste broer. "Ik heb dat altijd gehad. Akra leerde me voetballen toen ik jong was, maar ik heb altijd een goede techniek gehad. Wie het meeste talent heeft? (Beide jongens wijzen naar elkaar) Hij!"